De terugkeer van illegalen en uitgeprocedeerde vreemdelingen zit al enkele jaren op een laag niveau. Vorig jaar keerden in totaal 4.012 personen terug naar hun land van herkomst of het land in Europa waar ze voor het eerst asiel aanvroegen. Daarvan deden er dat 2.028 vrijwillig en slechts 1.984 via gedwongen terugkeer. Nog eens 1.237 personen werden aan de grenzen van ons land teruggedreven. Dat maakt een totaal van 5.497 personen. Ter vergelijking, onder voormalig staatssecretaris Theo Francken keerden in de jaren 2015 en 2016 respectievelijk 10.398 en 10.908 personen terug naar hun land van herkomst. Het aantal gedwongen verwijderingen was eveneens dubbel zo hoog als nu.

Duizenden in illegaliteit

De reden hiervoor is dat de huidige federale regering de voorkeur geeft aan een aanklampend terugkeerbeleid, waarbij ze focussen op vrijwillige terugkeer. Hiervoor werden zogenaamde ‘terugkeercoaches’ aangesteld en gaat men via een proces de personen die hier geen verblijfsrecht krijgen overtuigen om vrijwillig terug te keren. Voor de N-VA is dit echter een verkeerde keuze, aangezien volgens de partij de cijfers duidelijk aantonen dat deze aanpak niet werkt. “De Vivaldi-regering durft geen gedwongen terugkeerbeleid te voeren. Niet verwonderlijk met partijen als Groen, PS & Ecolo aan het roer. Ondertussen verdwijnen er duizenden mensen in de illegaliteit. Wanneer ziet Vivaldi hun eigen falen onder ogen,” zegt Roggeman.

Strakker terugkeerbeleid

Voor de N-VA is er dringend nood aan een strakker terugkeerbeleid. Ze verwijzen hiervoor naar snelle oplossingen die de regering moet uitbuiten. In eerste instantie wil de partij dat staatssecretaris De Moor alle plaatsen in gesloten centra gebruikt met het oog om zoveel mogelijk illegalen terug te sturen naar hun land van herkomst. Uit cijfers die Roggeman opvroeg blijkt dat in 2022 gemiddeld gezien amper 75 procent van de capaciteit werd gebruikt. Ter vergelijking: onder voormalig staatssecretaris Francken bedroeg de bezettingsgraad telkens gemiddeld meer dan 90 procent.

1 op 3 mislukte gedwongen verwijderingen

Daarnaast baart de partij ook het hoge aantal mislukte gedwongen verwijderingen zorgen. Tussen januari en juli van dit jaar mislukten maar liefst 888 gedwongen verwijderingen van illegalen. Dat is een op de drie gedwongen verwijderingen. Aan de basis liggen onder andere fysiek verzet en beroepen door de betrokkene. Komt daarbovenop dat door verschillende diplomatieke rellen belangrijke herkomstlanden als Marokko tegenstribbelen als het aankomt op de terugname van hun onderdanen. Landen waar de federale regering-Michel wel akkoorden mee wist te sluiten als het aankwam op de terugname van onderdanen.

Sneller afnemen van verblijfsrecht bij radicalisering

Het sneller terugsturen van illegalen is maar één deel van de oplossing voor de N-VA. Daarnaast wil de partij ook sneller het verblijfsrecht ontnemen van personen die gekend zijn voor radicalisering. Wanneer personen feiten plegen tegen de openbare orde of een gevaar vormen voor de nationale veiligheid kan de staatssecretaris namelijk het verblijfsrecht van de betrokkene laten intrekken. Ook voor personen in een asielprocedure kan dezelfde maatregel worden genomen. Wanneer een persoon een aanvraag tot het verkrijgen van de vluchtelingenstatus indient en feiten tegen de openbare orde pleegt, kan de vluchtelingenstatus en toekenning van subsidiaire bescherming worden geweigerd. In 2022 gebeurde het 92 keer dat een persoon zijn of haar verblijfsrecht verloor op basis van feiten tegen de openbare orde of wanneer hij of zij een gevaar vormde voor de nationale veiligheid. Dit is een pak lager dan 160 keer in 2021 of de 233 keer in 2018.

“Terwijl het aantal criminele feiten door personen met een verblijfsrecht stijgt en terreurspecialisten blijven waarschuwen voor de aanwezigheid van radicalisering in onze maatschappij, wordt steeds minder het recht op verblijf ingetrokken. De staatssecretaris heeft de bevoegdheid om het verblijfsrecht van personen in te trekken wanneer voldoende kan worden gemotiveerd dat zij een gevaar vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid. Dat gebeurt vandaag te weinig”, besluit Kamerlid Roggeman.