De N-VA is voorstander van een verplichte, niet-bindende oriënteringsproef voor het einde van het secundair onderwijs. Iedereen wint bij een juiste studiekeuze: de studenten zelf, de universiteit én de samenleving.

De N-VA vraagt daarnaast een bijsturing van het flexibel studeren en het systeem van leerkrediet. Door die systemen kan het immers langer duren voor een student ontdekt dat een opleiding niet voor hem geschikt is. Omdat studenten hun programma grotendeels zelf samenstellen, weten ondernemingen ook niet altijd welk traject er schuilgaat achter een bepaald diploma.

Nederlands is en blijft essentieel in het hoger onderwijs. Wat betekent dat voor opleidingen in een andere taal? Willen onze universiteiten internationaal van betekenis blijven, dan moeten we ervoor zorgen dat we die andere talen zeer goed beheersen. Dat is echter iets anders dan alle opleidingen dan maar in het Engels te organiseren. Niemand is erbij gebaat dat de afgestudeerde bachelor verpleegkunde zeer goed Engels kan, maar de patiënten niet begrijpt.