Een dichtbevolkte streek als Vlaanderen heeft een goed openbaar vervoernetwerk nodig. Als iedereen voor elke verplaatsing in de auto springt, staan we straks allemaal stil. Maar door onze versnipperde bebouwing is het niet gemakkelijk om openbaar vervoer efficiënt en rendabel te maken.

De N-VA vraagt dat investeringen in het openbaar vervoer gebeuren waar de nood het hoogst is. Dat wil zeggen: van en naar dichtbevolkte gebieden en waar de meeste files zijn. Daarvoor moet naast het stads- en streekvervoer ook het vervoer over de sporen vraaggestuurd worden.  We investeren in een performanter tramsporennetwerk en verbeteren de doorstroming van het busvervoer door gebruik van busbanen en slimme verkeerslichten. We zorgen voor een stevig aanbod op de drukke buslijnen, en bieden alternatieven voor afgelegen gebieden. De toenemende concurrentie zorgt voor meer efficiëntie en kwaliteit, met goed onderhouden bussen en trams.   

De N-VA is ervan overtuigd dat de reiziger een correcte prijs wil betalen voor goede kwaliteit. De (bijna-)gratis-politiek in het openbaar vervoer brengt geen structurele oplossing, maar kost de belastingbetaler wel veel geld.

De N-VA wil vooral dat Vlaanderen zélf kan beslissen over investeringen in openbaar vervoer, met name bij het spoor. Die zijn vandaag afhankelijk van de Belgische wafelijzerpolitiek, waardoor Wallonië te veel budget krijgt waar de Vlaming mee voor betaalt. Al jaren dringt de N-VA aan op de regionalisering van de spoorwegen. We kunnen zo een decentraal aanbod creëren naar Zwitsers model voor het spoorvervoer. Daarbij laten we de vrije concurrentie spelen die voor een betere prijs-kwaliteitverhouding zorgt. De regionalisering maakt het mogelijk om één geïntegreerd openbaar vervoersaanbod uit te tekenen met betere aansluitingen op tram of bus. De reiziger zal dus worden bediend met betere verbindingen en vlottere overstappen. 

We zetten maximaal in op modernisering van het treinverkeer. Hiervoor gaan we inzetten op onder meer ‘one man cars’ en zelfrijdende treinen. We gaan voor de uitrol van toegangspoortjes, te beginnen met de grote stations en de grote verbindingen. 

We verbeteren de toegankelijkheid van het openbaar vervoer (stations, perrons, voertuigen) voor mensen met een beperking. 

Waar (veer)boten succesvol in gebruik zijn, worden de capaciteit en frequentie uitgebreid.