Vandaag raast er een storm over Vooruit-voorzitter Conner Rousseau. Zijn uitspraken in Humo doen de goegemeente steigeren. Ten onrechte. Zelden was ik het meer eens met de voorzitter van de socialisten. Wellicht zelfs meer dan vele van zijn partijgenoten. Hij raakt de gevoelige snaar die velen liever onaangeroerd laten. “Onze taal spreken en werken”. Twee onmisbare bouwstenen voor inburgering in ons land en een sterke gemeenschapsvorming. Als ervaringsdeskundige in dergelijke stormpjes weet ik dat niet iedereen die mening deelt. Nochtans zou de enige juiste reactie op het interview eerder “No shit, Sherlock” moeten zijn.

Velen willen graag doen uitschijnen dat de integratie helemaal geslaagd is en het allemaal een positief verhaal is. Maar de realiteit is anders. Nog steeds komen leerkrachten naar me toe, vaak aan de rand van een zenuwinzinking, met de smeekbede: doe er alstublieft iets aan. Zij steken zoveel tijd en energie in het ‘vertalen’ aan kindjes die thuis geen of amper Nederlands spreken. Vaak met handen en voeten uitleggen wat er bedoeld wordt. Ze komen soms zelfs amper aan hun eigenlijke taken toe.

Net daarom voerden we met deze Vlaamse regering de taalscreening voor kleuters in zodat we een taalbadklas kunnen organiseren voor zij die onze taal niet machtig zijn. We moesten er evenwel dezelfde woke-brigade voor trotseren als Conner vandaag. Een hele beweging voerde oppositie omdat we kinderen met een andere achtergrond zouden stigmatiseren door ze in een aparte klas te steken. Maar zeg me dan: hoe helpen we hen vooruit door te doen alsof er niets aan de hand is? Het heeft niets met discrimineren te maken, het is extra kansen geven. Taalachterstand is achterstand op alle andere vlakken voor een gans mensenleven. Zo’n systeem doelbewust in stand houden is crimineel.

Een goede kennis van het Nederlands en het vlotte gebruik ervan is in alle omstandigheden de grootste emancipatorische troef die je iemand kunt geven. Het is die troef die mij en velen van mijn generatie vormden tot wie we vandaag zijn. En het is bovenal de sleutel tot werk. Je moet geen raketgeleerde zijn om dat te zien, op een moment dat de 2de, 3de, 4de generatie migranten veel meer dan anderen te maken krijgen met werkloosheid, armoede en ze de grootste groep zijn binnen de leefloners. Dat is geen vingerwijzing, maar een vaststelling.

Wat ‘gangsta bunny’ Conner zegt, is geen fait divers. Het is tekenend voor het voortschrijdend inzicht dat vele socialisten veel eerder hadden moeten ervaren. Want tussen woord en daad gaapt nog altijd een kloof.

Als ik kijk naar Genk dat mee bestuurd wordt door een Vooruit-minister en waar men beweert ‘Nederlands vanaf 0 jaar’ toe te passen, zie je amper verbetering. De Genkse kleuters zijn bij de slechtst scorende op nieuwe taalscreening. Niet toevallig net in die mijngemeente waar socialisten het status quo in stand houden en alle voorstellen identiek aan die van Conner weglachten. Om naar maar te zwijgen van Gent, waar het socialistisch stadsbestuur zelfs tips geeft hoe je de thuistaal van leerlingen in de school moet gebruiken. Meertaligheid is een pluspunt maar op school is er toch één taal die we met zijn allen moeten delen?

Beste Conner, mijn steun heb je. Maar je kan niet tegelijk deze analyse maken en het beleid van socialisten in steden als Genk en Gent verdedigen. Ik lees het als hoopvol signaal, als breuk met het verleden.

Talk the talk, walk the walk.