Het is opmerkelijk hoe gemakkelijk Shell, ooit het kroonjuweel van de Nederlandse economie dat voor veel jobs en welvaart zorgde, nu afgeschilderd wordt als de baarlijke duivel. Ook Shell werkt aan de transitie door in te zetten op alternatieve brandstoffen. Het is ook in de waterstofmarkt erg actief en neemt deel aan het innovatieve Porthos-project in de haven van Rotterdam.
Laat het duidelijk zijn: het is niet onze ambitie om hier de verdediging van Shell te voeren. Wel vinden we dat er iets te licht over dit verdict wordt gegaan. Met de Urgenda-zaak en Shell is er een evolutie op gang gekomen die niet alleen maar positieve gevolgen heeft. Het stoort ons dat belangengroepen voorspiegelen dat de industrie de oorzaak van alle kwaad is, en dat ze eigenlijk volledig gebannen moet worden. Dat soort simplismen komen noch het debat, noch het klimaat ten goede. ‘De industrie wordt vogelvrij verklaard’, reageerde Professor Deketelaere terecht.
Dit terwijl we de industrie eigenlijk als bondgenoot nodig hebben om de noodzakelijke innovatieve technologieën in de strijd tegen klimaatverandering te ontwikkelen. Het is een mythe dat we zonder industrie naar een klimaatneutrale samenleving kunnen gaan. Dat bedrijven die zorgen voor toegevoegde waarde, jobs, welvaart én innovatie worden gereduceerd tot ‘grote vervuilers’ is een gevaarlijke trend.
Het is ook niet aan een rechter om te bepalen op welke manier bedrijven de door politici bepaalde doelstellingen moeten bereiken. Het zijn politici en overheden die verantwoording moeten afleggen aan hun burgers voor het beleid dat nodig is om de doelstellingen te bereiken waartoe ze zich op internationaal en Europees niveau hebben verbonden.