Sedert jaren pleiten academici en wij, de N-VA, voor efficiëntie-oefeningen die kunnen leiden tot meer middelen voor de zorg van de patiënt. Meer nog, we passen reeds geruime tijd enkele zaken toe met de Vlaamse zorgsector. Zo laten we ziekenhuizen met elkaar samenwerken in de vorm van 13 ziekenhuisnetwerken. Want door samen te werken wordt er o.a. vlotter informatie uitgewisseld en vermijden we overbodige kosten. En met resultaat, want volgens het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) is er alvast een daling van de overbodige medische beeldvormingen in Vlaanderen.
In Wallonië zijn ze net voor de coronacrisis begonnen met de vorming van ziekenhuisnetwerken. Voordien mochten ziekenhuizen niet samenwerken omwille van allerlei politieke beslissingen. Politieke macht komt voor sommigen op de eerste plaats en niet het zorgpersoneel en de patiënt. Ik merk hetzelfde patroon van Waalse laissez- faire ook op bij het voorschrijfgedrag, net als bij de screening op diabetes in eerste lijn. Het benoemen en het oplossen van problemen is niet gemakkelijk als het gaat om mensen en vraagt politieke moed, maar het is de enige garantie om de gezondheidszorg te vrijwaren van een crash in de toekomst.
Wat opvalt is dat Crombez schrijft dat data een mogelijke sleutel zijn om betaalbaarheid te garanderen. Meten is weten, daar ben ik het volmondig mee eens. Maar dan vraag ik me wel af waarom Vooruit lange tijd heeft dwarsgelegen in onze strijd om de ziekenhuissurveillancegegevens in het kader van de coronacrisis vrij te geven aan het parlement. Ook de inspanningen van onze fractie om dringend in te zetten op de uitbouw van een systeem voor de data-uitwisseling in real time van ziekenhuissurveillancegegevens, essentieel met het oog op een goede en efficiënte aanpak van gezondheidscrisissen, botsen overigens nog steeds op onwil van de Vlaamse socialisten.