Vlaanderen beschikt over maar liefst 19 miljoen m² schoolinfrastructuur. Die infrastructuur wordt vooral tijdens de lesuren gebruikt. Scholen willen hun deuren wel openen voor andere functies en gebruikers, maar in de praktijk blijft dit multifunctionele gebruik nog te vaak relatief kleinschalig. Vaak zijn bijvoorbeeld de sporthal, polyvalente ruimte of lokalen van de school niet gebouwd om eenvoudig gebruikt te worden door buitenstaanders. Dat is jammer, want bijvoorbeeld sportclubs of jeugdbewegingen zijn vaak wanhopig op zoek naar goede infrastructuur om pakweg in de weekends te sporten, te spelen, creatieve activiteiten te ondernemen of samen te komen. Vlaams minister van Onderwijs en Sport Ben Weyts lanceerde deze regeerperiode al verschillende oproepen waarbij scholen steun kunnen krijgen om hun infrastructuur te delen met de buurt. 

49 scholen

Weyts investeert nu ruim 7,3 miljoen euro zodat nog eens 49 scholen aanpassingen kunnen doen, waarna ze hun infrastructuur buiten de lesuren kunnen delen met sportclubs, jeugdbewegingen en andere lokale verenigingen. Het gaat om 40 basisscholen en 9 scholen van het secundair onderwijs. 4 scholen in Vlaams-Brabant, 5 scholen in Limburg, 10 scholen uit Oost-Vlaanderen, 14 scholen in West-Vlaanderen en 16 scholen uit de provincie Antwerpen krijgen extra middelen. Dankzij deze extra steun kunnen de scholen bijvoorbeeld een apart verwarmingssysteem voor de refter maken, zodat niet de hele school verwarmd moet worden als de Chiro een eetfestijn geeft. Maar scholen kunnen het geld ook gebruiken om bijvoorbeeld de speelplaats aan te passen, zodat ook de lokale sportclub er leuke activiteiten kan organiseren.