Niet alleen in het Europees Parlement geldt de gewezen minister van Financiën als een van de invloedrijkste leden, ook binnen de partij wordt er nog altijd gretig gebruikgemaakt van zijn economische kijk. Niet toevallig gaat het gerucht rond dat Van Overtveldt misschien wel een belangrijke rol gaat spelen in het federale minikabinet dat Bart De Wever na 9 juni wil installeren.

De Antwerpenaar was alleszins betrokken bij de totstandkoming van het N-VA-programma dat naar het Planbureau werd gestuurd ter doorlichting. Dat leverde de partij wel een deftig begrotingsrapport op, maar erg magere vooruitzichten inzake groei, tewerkstelling en koopkracht. Zijn de 14 miljard euro aan saneringen die N-VA wil doorvoeren bijgevolg wel de weg naar meer Vlaamse welvaart?

"Het antwoord is uiteraard ja", zegt Johan Van Overtveldt. "Maar de modellen van het Planbureau onderschatten de groeibevorderende effecten van onze hervormingen. De volledige aftrek van de kinderopvang zal meer mensen de kans geven om fulltime te werken. De verlaging van de btw op sloop en hernieuwbouw zal een boost geven aan de bouwsector. De beperking van de werkloosheid in de tijd zal een besparing betekenen, maar ook meer mensen aan het werk zetten. Net als onze voorstellen rond langdurig zieken, waar wij meer verantwoordelijkheid bij de artsen leggen om uit te leggen waarom iemand nog in staat is om te werken."

"Kortom, ons programma zal een grote impact hebben op de werkzaamheidsgraad en bijgevolg ook op de begroting. Want per 100.000 jobs die we extra creëren, wint de begroting 3 tot 4 miljard euro. Daarbovenop pleit ik heel erg voor een uitgavennorm waarbij de globaliteit van de overheidsuitgaven - zonder rentelasten en defensie-uitgaven- niet sneller groeit dan de inflatie. Gaat dat veel druk creëren? Uiteraard. Maar het zal de regeringen dwingen om naar de maatschappelijke efficiëntie van de uitgaven te gaan kijken."

64 economen waarschuwden er in onze krant voor dat werkgelegenheid maar een deel van de oplossing is. Veel belangrijker is de productiviteitsgroei.

Johan Van Overtveldt: "Dat klopt. Het stilvallen van de productiviteitsgroei is op zich een pan-Europees probleem, maar is bij ons wel erg zorgwekkend vanwege de sterke vergrijzing. We moeten daarom een stabiel en aantrekkelijk investeringsklimaat creëren. Dat betekent bijvoorbeeld minder onzekerheid rond vergunningen voor bedrijven. En op fiscaal vlak ben ik voor een incentive voor her- en bijscholing. Een zorg waarmee ondernemingen kampen, is dat werknemers na het volgen van een dure opleiding naar de concurrentie lopen. Door een aftrek van pakweg 120 procent te voorzien, zou je die vrees kunnen overwinnen."

Opvallend: de N-VA wil ook het mes zetten in de DBI-aftrek, een vrijstelling voor vennootschappen die beleggen in andere vennootschappen. Waarom?  

Van Overtveldt: "De hervorming van de vennootschapsbelasting bewijst nog altijd haar meerwaarde. Maar we moeten ook het systeem van fiscale consolidatie binnen bedrijfsgroepen transparanter maken, omdat het nu met heel veel juridische onzekerheid gepaard gaat. Wat wij voorstellen is een technische aanpassing waardoor multinationals iets strengere voorwaarden opgelegd krijgen."

Moeten grote bedrijven meer vennootschapsbelasting betalen?

Hoe moeten we omgaan met de subsidiestrijd waarmee andere landen bedrijven proberen weg te lokken?

Van Overtveldt: "De Europese staatssteunregels moeten snel weer worden toegepast, zodat de subsidierace stopt. En als Europa wil concurreren met de Verenigde Staten en hun Inflation Reduction Act (IRA), zal het ook moeten stoppen met van bovenaf op te leggen in welke technologieën onze bedrijven wel en niet moeten investeren. Laat de markt zelf investeren en koppel daar naar Amerikaans voorbeeld belastingkortingen aan, in plaats van subsidies. Het grote voordeel is dat het geld dan alleen gaat naar bedrijven die succesvol zijn."

Om een interne concurrentiestrijd tussen lidstaten te vermijden, worden dat dan idealiter Europese belastingkortingen? Maar daar bent u tegen.

Van Overtveldt: "Ik ben daar sceptisch over, omdat na het relancefonds is gebleken dat er grote problemen zijn met de terugbetaling van leningen, en er ook vermoedens van misbruik zijn. Als België vindt dat het benadeeld wordt tegenover Duitsland en Nederland, die meer geld kunnen uitgeven, dan moeten we maar zorgen dat onze begroting even goed op orde is als de hunne. Je mag lidstaten die hun huiswerk grondig deden, niet beknotten."

Gelooft u dat Europa ons in juni op het strafbankje zal zetten, als Frankrijk en Italië grotere tekorten noteren?

Van Overtveldt: "Het is een catch 22. Als de Europese Commissie geloofwaardig wil blijven, moet ze in juni acht tot tien landen op het strafbankje zetten. Doet ze het niet, dan is ze alle credibiliteit kwijt en zullen de ratingbureaus daar heftig op reageren. Anderzijds wil ik het nog eens zien, dat de Commissie grote landen als Spanje en Italië echt aanpakt. Het risico is immers reëel dat ze dan de crisis veroorzaakt die ze eigenlijk te allen prijzen wil vermijden."

Zijn de strengere Europese begrotingsregels een goed idee?

Wanneer komen de financiële markten specifiek in actie tegen ons land? Ondanks alle waarschuwingen voor de toestand van de begroting, heeft tot nu toe geen enkel ratingbureau de Belgische kredietscore verlaagd.

Van Overtveldt: "Kleine landen lopen sowieso minder in de kijker. En er is natuurlijk de coronacrisis geweest, waardoor alle landen even kopje-onder gegaan zijn. Ik denk dat we voor het moment van de waarheid staan, wanneer de Europese Commissie met haar beoordeling komt. Wat de markten dan doen, zal van diverse factoren afhangen. De toestand in Oekraïne, bijvoorbeeld. Of het uitblijven van een nieuwe regering. Tegen iedereen die beweert dat we weer voor 500 dagen formatie vertrokken zijn, zeg ik: let op."

Dat ligt vooral in de handen van uw partij. Is N-VA bereid de institutionele ambities nog eens op een zijspoor te zetten om snel een saneringsregering te maken?

Van Overtveldt: "Ik denk dat Bart De Wever dat al duidelijk heeft geschetst. De eerste prioriteit is een minikabinet dat de begroting aanpakt en een dialoog naar een communautaire herschikking mogelijk maakt. Iedereen die het in Vlaanderen ernstig meent met economisch herstel, zou die optie moeten steunen."

Maar hoe zal dat dan concreet verlopen? N-VA is toch altijd een koele minnaar geweest van parallelle trajecten in werkgroepen?

Van Overtveldt: "Er moeten natuurlijk duidelijke afspraken zijn dat die twee zaken parallel gaan verlopen. Als die er niet komen, is dat een probleem. Maar de prioriteit is duidelijk het onder controle krijgen van de begroting."

Is N-VA finaal niet dezelfde bocht aan het maken als in 2014, toen het communautaire in het vriesvak werd gestoken om federaal te kunnen besturen?

Van Overtveldt: "Neen. Het grote verschil is dat het nu toch voor iedereen in Vlaanderen duidelijk is dat er andere afspraken moeten komen over wie voor wat bevoegd is. De Vlaamse en de Waalse economieën zijn twee verschillende werelden. De Waalse is veel minder op export gericht. Daarom krijgt Vlaanderen de pleidooien voor meer toegevoegde waarde en competitiviteit moeilijk op de federale agenda. Om dat soort blokkeringen weg te nemen, moet de volgende regering én saneren én een staatshervorming voorbereiden."

Tijdens de formatiegesprekken van 2019 zei u in een interview: ‘Regeren met de PS is zelfmoord’. Blijft u daarbij, nu De Wever opnieuw een deal met PS-voorzitter Paul Magnette wil maken?

Van Overtveldt: "Als de PS op het standpunt blijft dat alle problemen aangepakt moeten worden met belastingverhogingen, is dat niet alleen voor de N-VA maar voor heel Vlaanderen zelfmoord. Het PS-programma kan nooit lukken. De VS kunnen zich belastingverhogingen permitteren om hun grote tekorten weg te werken, omdat de fiscale druk er zeer laag is. In ons land is elke belastingverhoging er te veel aan. Onze economie wordt al de strot dichtgeknepen. Denken dat je de tekorten zal wegwerken door netto nog 10 miljard extra belastingen in te voeren, zal de economie beschadigen en de tekorten nog doen toenemen."

"Kijk, onze begroting en schuld zijn problematisch, maar dat kan opgevangen worden. Ierland is uit de financiële crisis gekomen met een schuldgraad van 120 procent, maar zit vandaag aan 40 procent. Hoe? Met een begroting die min of meer in evenwicht was en een stevige economische groei."

U trekt op 9 juni de Europese lijst, maar in 2014 bent u vanop die positie wel federaal minister van Financiën geworden. Wat wordt het deze keer?

Van Overtveldt: "Ik denk dat ik de voorbije vijf jaar bewezen heb dat ik niet naar het Europees Parlement ben getrokken om uit te bollen. Ik zou daar de komende jaren opnieuw graag mijn toegevoegde waarde tonen, maar niet zozeer als voorzitter van de commissie Begroting van het parlement. Mijn interesse ligt eerder bij financiële reglementering."