Personenvervoer blijft een belangrijk aandachtspunt om de CO2-uitstoot te verlagen. In Vlaanderen rijden nu meer dan 91.000 milieuvriendelijke wagens rond. De onderverdeling ziet er als volgt uit: het grootste deel, namelijk 54.477 wagens, zijn plug-in hybride, 23.168 voertuigen zijn volledig elektrisch, 13.958 wagens rijden op CNG en slechts 32 op waterstof.

Ook het aantal bijhorende laadpalen zit in de lift, al is de stijging hier minder merkbaar. Momenteel zijn er in Vlaanderen in totaal 4.262 publieke laadpunten, 111 daarvan zijn snellaadpunten. “Dat is ongeveer 1 laadpunt per 18 hybride of elektrische wagens”, verduidelijkt Gryffroy. “De minister van Mobiliteit heeft de ambitie om deze legislatuur 30.000 extra laadpunten te voorzien. Omgerekend zijn dat er zo’n 6.000 per jaar. Het vorige jaar zijn er 1.500 bijgekomen, dus zal ze nog een tandje moeten bijsteken om haar doelstelling te halen.”

Volgens Gryffroy worden de laadpalen in Vlaanderen nog te weinig gebruikt. “1 laadpunt is goed voor gemiddeld amper 69 laadbeurten per jaar. Ter vergelijking: in Nederland zijn er verhoudingsgewijs vier keer meer laadpunten, dubbel zoveel laadbeurten per laadpunt en de geladen kWh ook dubbel zo hoog per laadbeurt. Vlaanderen heeft dus nog een hele weg te gaan, indien het klaar wil zijn voor de federale doelstelling die alle nieuwe bedrijfswagens broeikasgasvrij wil.”

Een blijvend aandachtspunt is ook de capaciteit van het elektriciteitsnet. De toename van het aantal elektrische en plug-in hybride wagens zal op termijn ook extra belasting van het elektriciteitsnet vergen. “Om het net niet te overbelasten, is het belangrijk dat eigenaars van elektrische wagens zich bewust zijn van hun laadgedrag en op een slimme manier hun auto opladen. Denk maar aan de digitale meter die gebruikers kan helpen om rationeler om te gaan met hun elektriciteitsverbruik, door aan te geven wanneer het voordelig is om op te laden buiten de piekmomenten”, besluit Gryffroy.