“Wat leert een rekenmachientje?”, stelt Peter De Roover vast. De kleine spaarder die voor de keuze staat tussen een staatsbon of een spaarrekening bij een particuliere bank, zou na één jaar een rente ontvangen van 255 euro per 10.000 euro inleg bij de staatsbon en tot 225 euro voor hetzelfde bedrag (2,25 procent) op een spaarboekje, dat bovendien de flexibiliteit biedt om het bedrag desnoods eerder op te vragen. Het verschil voor die kleine spaarder waar minister Van Peteghem zich voor zegt in te zetten bedraagt zegge en schrijve 30 euro per jaar, net iets meer dan 2,5 euro per maand. En dat dan nog een voorzichtige schatting, want sommige spaarrekeningen hebben een hoger rendement.

Een schijntje

Anderzijds kan de overheid over vijf jaar lenen tegen lagere rentes, maar het verschil bij een ontlening van 6 miljard, waar staatssecretaris van Begroting Bertrand zich voor zegt in te zetten, kan hoogstens enkele tientallen miljoen verschil betreffen, kortom een schijntje tegenover de budgettaire uitdaging waarvoor Vivaldi dit land geplaatst heeft, wellicht amper 0,1%.

Enkele grijpstuivers

De slotsom luidt volgens De Roover: “De zelfverklaarde strijder voor kleine spaarders Van Peteghem strijdt voor enkele grijpstuivers extra voor de spaarder, een koffie per maand, terwijl de zelfverklaarde behoeder van de staatsfinanciën Bertrand de indruk van budgettaire orthodoxie wil wekken met wat minder is dan een symbool.”

Betekenisloos

“De opgepepte discussie van de voorbije dagen wekt een valse indruk en dient alleen maar electorale motieven. Zowel voor de spaarder als voor de begroting zijn ze ronduit betekenisloos”, besluit De Roover.