Versnellen – waarbij een leerling één of meerdere leerjaren overslaat, komt overigens niet uitsluitend in het ASO voor. Ook in het TSO had 1,82 procent van de leerlingen op een ankerschool een schoolse voorsprong, tegenover 0,68 procent daarbuiten. Er zijn geen ankerscholen met een aanbod KSO of BSO, maar ook daar zien we een aantal leerlingen met een schoolse voorsprong.

In alle richtingen streven naar excellentie

Krekels: “Lange tijd dacht men dat hoogbegaafde leerlingen enkel te vinden waren in het ASO. Het project Talent geeft ook aandacht aan de leerlingen in de andere richtingen. Zo zien we dat ook daar leerlingen zitten die meer uitdaging nodig hebben of sneller willen schakelen. Dat is een goede zaak: kinderen moeten zich oriënteren op basis van hun interesses en talenten, en van daaruit streven naar excellentie.”

Geen mirakeloplossing

De komende jaren zal het expertisecentrum de effectiviteit van het versnellen in kaart brengen. Daarbij zal een individuele opvolging van de leerlingen centraal staan. Dat is belangrijk, Een versnelling van meer dan twee jaar vereist nog meer deskundige begeleiding voor het verschil in socio-emotionele ontwikkeling. Een versnelling is niet zomaar een mirakeloplossing.”

Leerkracht professionaliseren

Intussen pleit Krekels voor het verder professionaliseren van de leerkracht, al vanaf de lerarenopleiding. “Een aanpak op maat is van groot belang bij hoogbegaafde leerlingen. Ik denk bijvoorbeeld aan verrijkingspakketten om aan hun uitdagingsnoden tegemoet te komen maar evengoed het compacteren van lessen op een doordachte manier. Dat vereist de nodige kennis bij leerkrachten.”