“De effectieve pensioenleeftijd in België bedraagt 60 jaar. In weinig andere landen stopt men zo vroeg met werken, veelal na een loopbaan met veel gelijkgestelde periodes. Daar staat tegenover dat de pensioenuitgaven tegen 2050 oplopen tot 13,5 procent van het bruto binnenlands product”, aldus Wim. “De oplossing is dan ook overduidelijk: meer mensen langer aan het werk houden en de band tussen werken en het pensioenbedrag versterken. De regering-De Croo heeft echter het omgekeerde gedaan: de minimumpensioenen werden massaal opgetrokken zonder daar veel voorwaarden aan te koppelen. De EU berekende al dat dat tot een meerkost zal leiden van 1,2 procent van het bbp.”

Compenserende maatregelen

De Croo presenteerde nu de aan Europa beloofde compenserende maatregelen: de invoering van een werkvoorwaarde in het kader van de toegang tot het minimumpensioen, de invoering van een pensioenbonus, wijzigingen aan de perequatie en een verdubbeling van de Wijninckx-bijdrage op aanvullende pensioenen. 

Gebakken lucht

Het budgettaire effect op lange termijn bedraagt door de vele vrijstellingen, uitzonderingen en neutralisaties amper 0,005 procent van het bbp. Berekeningen van het Rekenhof tonen aan dat ook de pensioenbonus op lange termijn géén besparing inhoudt (vanaf 2025 zou de pensioenbonus zelfs leiden tot meeruitgaven). Vooral de hervorming van de perequatie van de ambtenarenpensioenen blinkt uit in optimistische prognoses en teert op verhoopte (productiviteits)groeiprognoses tussen 2034 en 2070.

Maar het effect tegen 2040 is dat de impact van deze “hervorming” minder is dan 0,1 procent of zelfs negatief uitdraait, terwijl tegen dan de vergrijzingskost zal stijgen met 2,7 procent van het bbp volgens de Europese Commissie.

Harde realiteit

Ondertussen lopen de pensioenkosten op: in 2020 ging het jaarlijks over 51,7 miljard euro, in 2023 over 67,4 miljard en in 2024 over meer dan 70 miljard. De bittere conclusie blijft: de federale regering onder leiding van Alexander De Croo heeft de pensioenfactuur structureel verder opgedreven, goed wetende dat de oplopende pensioenlasten een zeer ernstig probleem vormen voor de overheidsfinanciën.

“Gaan we daarmee de Europese Commissie kunnen overtuigen?”, vraagt Van der Donckt zich af.